De Kracht van de Synergie

De Nederlander die het avontuur aandurft, door op Curaçao te wonen, kan zich best vergissen. Curaçao is al meer dan 300 jaar onderdeel van het Nederlands Koninkrijk. Op Koningsdag gaan mensen feestelijk in oranjekleuren de straat op om deze dag te vieren. Niemand is vies van een patatje mayo, oorlog of speciaal. En op 31 december staan families enthousiast in de rij voor een zak oliebollen. En als Nederlander is het zelfs mogelijk om in je eigen kring te leven, zonder enige notie van de Curaçaose cultuur. Cultuur zal dan vanzelfsprekend geen enkele rol spelen.

En we denken vaak dat Nederland en Curaçao inmiddels al bekend zijn met elkaars gebruiken, ideeën, normen en waarden. Toch is het verbazingwekkend dat deze twee culturen samen nog steeds ongemakkelijke effecten hebben. Zelden spreken we openlijk over onze verschillen en doen we liever alsof er geen vooroordelen zijn of accepteren we dat het er gewoon bij hoort. Want de rol van cultuur is niet altijd duidelijk zichtbaar, maar speelt wel op de achtergrond mee.
Als geboren Curaçaoënaar opgegroeid in Alkmaar, kwam ik vol enthousiasme terug naar Curaçao. Als cultureel antropoloog had ik me volledig verdiept in de Curaçaose cultuur, geschiedenis en tradities. En toch sloeg ik de plank vaak mis. Zo ontglipte het woord “bo” soms onbewust over mijn lippen. Ik gaf al te graag mijn mening. Mijn openlijke doch respectvolle kritiek aan superieuren werd niet altijd in dank afgenomen. Tijdens mijn managementfuncties waren er soms situaties van ontevredenheid onder personeel, die mij helemaal waren ontgaan. Niemand had namelijk openlijk bezwaar geuit en natuurlijk kon ik niets uitmaken van hun droge, maar toch beleefde quasi vriendelijke houding. In mijn liefdesrelatie werd mijn gevoel van zelfontwikkeling en onafhankelijkheid vertaald naar egoïsme. Mijn aandrang voor discussies kwam als hooghartig over. En dit waren allemaal juist de waarden van onafhankelijkheid, openheid en eerlijkheid, die ik in Nederland had geleerd.
Zelfs ik heb het verschil van cultuur in levenden lijve ondervonden. We kunnen er niet omheen dat de Curaçaoënaar totaal verschillend is van de Nederlander. Curaçaoënaars vinden Nederlanders direct in hun communicatie, onbeleefd en soms arrogant. Curaçaoënaars geven liever niet openlijk kritiek, dus spreken ze deze opvattingen zelden uit. De directe Nederlandse benadering kan leiden tot verontwaardiging. En het alsmaar geven van je mening komt als betweterigheid over.
Aan de andere kant willen Nederlanders graag sneller en efficiënter werken en begrijpen ze niet waarom Curaçaoënaars afwachtend zijn en zich niet proactief opstellen. Deze verschillen leiden tot irritaties en vooroordelen, die we nooit benoemen, dus ook niet aanpakken.
Daardoor lijkt het in de praktijk best goed te gaan, maar we missen vaak de boot met elkaar. De kansen die interculturele samenwerking bieden, zoals team creativiteit en innovatie, lopen we dan ook juist mis.

De realiteit is dat er een duidelijk verschil is in de Curaçaose wij-cultuur versus de Nederlandse ik- cultuur. In de ik-cultuur is de persoon uniek en onafhankelijk. De persoonlijke behoeftes en waarden staan centraal. Mensen zijn gewend om acties te ondernemen en keuzes te maken, die hun persoonlijke ambities bijstaan. Bij een wij-cultuur ligt de focus op de relatie tussen de persoon en de groep. Sociale harmonie en het welzijn van de ander staat centraal. De harmonie moet zoveel mogelijk bewaard worden en directe confrontatie wordt vermeden. Mensen zijn meer gemotiveerd om acties te ondernemen en keuzes te maken in verband met de relatie tot anderen. Zo kochten mijn grootouders elke zondagochtend trouw pasteitjes bij onze buurvrouw Mima. Uiteindelijk werd het een saai gebeuren om elke zondag dezelfde pasteitjes te eten. Op een dag kwam er een nieuwe buurvrouw Sonia, die heerlijke Johny cakes verkocht op zondag. Maar mijn grootouders konden het uit loyaliteit niet maken om bij Sonia te bestellen. Als volwassene begrijp ik nu dat we uit solidariteit Mima bleven ondersteunen met haar extra inkomsten.
Beide culturen hebben hun bestaansrecht. Het is dan ook absoluut niet de bedoeling om de ene cultuur als fout en de andere als goed te bestempelen. Maar het gaat om de unieke kans om beide culturen met elkaar te verbinden en dat gebeurt nu te weinig. We moeten proberen andere culturen te begrijpen zonder te beoordelen vanuit de bril van de eigen cultuur. Elke cultuur is namelijk uniek en alle waarden en normen zijn relatief.
Ondertussen heb ik na jaren ervaring op Curaçao geleerd om moeiteloos te schakelen tussen culturen en kan ik mezelf als bi-cultureel beschouwen. Ik kan beide culturen begrijpen en zelfs combineren afhankelijk van de setting. Niet iedereen zal deze competentie kunnen of willen ontwikkelen. En het is ook absoluut niet de bedoeling om de cultuur van de ander over te nemen. Verschillen mogen er zijn en dat kan onze samenwerking dynamisch en veelzijdig maken.
Het ontbreekt intussen wel aan openheid en interesse van deze verschillen om werkelijk te komen tot een ideale samenwerking. Het zou gunstig zijn om meer begrip te hebben en onze kennis en competenties met elkaar te delen. We zouden dialogen kunnen aangaan om van elkaar te leren of diversiteitstrainingen volgen

Facebook
Twitter
LinkedIn